Johanna
68 jaar, vrijwilliger bij Tele-Onthaal Vlaams-Brabant en Brussel
“Ik bel eens. Ik heb de hele dag nog niemand gehoord.Ik ben het zo beu. Ik hou het niet langer uit. Corona? Lockdown? Ik voel geen verschil. Ik kon een jaar geleden ook niet buiten.”
Wat een voorrecht om vrijwilliger te kunnen zijn.
Zo voelt het iedere keer weer als ik naar de luisterpost fiets. Ik heb momenteel in mijn leven wat tijden ruimte over. En gelukkig ook nog wat energie. En dan is het zo fijn om dat te kunnen inzetten.Vrijwillig.
Zeker bij Tele-Onthaal. In ieder gesprek laat iemand je binnenkijken in zijn leven. Een oproeper vertelt je, vaak aarzelend, waar hij of zij mee zit, waar hij of zij mee worstelt. En jij wordt deelgenoot. Verbonden.
Ik besef dan dikwijls dat ik aan de makkelijkste kant van de lijn zit. Dat ik geluk heb dat ik vrijwilliger kan zijn. Het moet je inderdaad maar overkomen. Je relatie loopt op de klippen, Corona dwingt je tot thuiswerk, je ziet niemand meer, en je trouwste metgezel wordt weer de drank waar je dacht van af te zijn.
Of die vrouw die al een leven lang worstelt om het hoofd boven water te houden. En dat lukt, met ondersteuning. Thuiszorg, het mobiele team, bezoek aan het dienstencentrum. Veel van die contacten vallen nu weg. Of worden vervangen door een telefoongesprekje.Het vaste stramien, dat houvast bood, valt weg. Tele-Onthaal wordt een nieuw ankerpunt.
Of een andere vrouw die belt en vertelt over haar moeder die is overleden. Ze hadden een innige band. Nu woont de oproeper alleen in het ouderlijke huis. Ze heeft het gevoel dat ze in deze tijden dit verlies met zo weinig mensen kan delen. Het is zwaar om dragen.
Soms hoor je dan dat het gesprek opluchtte, dat mensen zich gehoord voelden, dat ze blij zijn dat hun worsteling werd gezien en hun zoektocht bemoedigd.
Soms blijft de woede en de verbittering. Vaak is er ook dankbaarheid.
Maar altijd was er, soms maar even, verbinding.