Het Podium aan de Vrijwilliger is een segment in de luisterbrief (nieuwsbrief) van Tele-Onthaal Vlaams-Brabant en Brussel waar een creatieve carte-blanche gegeven wordt aan de vrijwilligers. Het getuigt van een mooi wederzijds vertrouwen tussen dienst en vrijwilligers. Naast hun luister-engagement, zet Tele-Onthaal graag de andere talenten van de vrijwilligers bijzonder in de verf.
Tele-Onthaal..
Het station uitlopen..
Een weg banen door bruisend Brussel, opengebroken straten, overvolle vuilnisbakken, mensen met ijsjes, wafels, biertjes. Bedrijvigheid: drukke, sjofele, uitgelaten, vermoeide, smekende, blije, bedelende, kleurige, musicerende mensen. Een caleidoscoop. Droefheid en vreugde, ellende en plezier.
En dan aangeland in Tele-Onthaal. Aflossing van de vrijwilliger van dienst. Even bijpraten, uitwisselen. Ons hart uitstorten na de gesprekken met de onbekenden die appel doen op ons. Geraakt zijn door hun verhaal. De gemeenschappelijkheid van ons Tele-Onthaal engagement schept een stevige band.
Dat engagement is bijzonder. Iemand belt, vraagt voorzichtig of ik tijd heb. Ja, er is tijd en aandacht. Iemand maakt mij deelgenoot. Elke keer, bij elk gesprek komt iemand heel dichtbij en brengt wat zwaar weegt, wat ongezegd blijft.
De verbondenheid ontstaat door het gesprek. Wonderlijk en kostbaar.
Wat de ander vertelt raakt me, confronteert me ook met mijn worsteling, het leven dat we leiden is ons niet altijd ’genadig’. Het kwetst ons, haalt ons overhoop, doet lijden. Ik zoek mee naar een broos evenwicht om te helpen overeind te blijven.
Samen zoeken naar veerkracht en die kracht helpen versterken door een oprecht gesprek. Samen niet alleen …. meevoelen en geboeid zijn. Elk gesprek is ontdekken, aanvoelen, voorzichtig aftasten en verheugd zijn als er verbinding is. Vertel maar, ik ben er hier en nu om naar jou te luisteren. Om te helpen verteren wat onverteerbaar is, en om wat als een steen op je hart blijft liggen te helpen verzachten.
Daar geloof ik in. Die verbinding geeft zin aan ons leven. Het is een diepe behoefte om er te zijn voor iemand die een gesprek wil. Ik wil nabij zijn, meegaan in hun leed, hun zorgen, hun verdriet. Belangstelling en medemenselijkheid.
Als bitter verdriet ons bestormt en we dreigen kopje onder te gaan, als we niet meer weten van wat hout pijlen maken…dan kan er iemand helpen zoeken naar wat toch mogelijk is.
Dan is er iemand die je niet loslaat die mee op weg gaat, samen opsporen wat nog levenwekkend kan zijn. En verlichting brengen als de zorgen doorwegen.
Ik hoor de klank van de stem, de aarzelingen tussen de woorden door. Achtergrondgeluiden. Het beeld van de oproeper. Ik weet niets van de ander en door wat hij/zij deelt krijg ik een beeld..
Hoe de ander op pad gaat met vallen en opstaan. Het inspireert me en geeft zin aan mijn leven.
Hoe in de duisternis een sprankel licht te ontdekken valt. Op zoek gaan samen naar “licht” dat vind ik mooi. De tunnel samen een eindje doorlopen.
En soms tast ik in het duister vind ik niet de juiste woorden, hoor ik in de klank van hun stem gelatenheid, wanhoop. Ik probeer een brug te slaan … en het lukt niet, machteloos.
Het feit dat iemand luistert is het aller belangrijkste. Ook al heb je het gevoel dat het “weinig” is. Als je dan vraagt aan de oproeper of hij/zij iets had aan het gesprek. Of Tele-Onthaal iets kon betekenen…Dan is het antwoord: Ik kon vertellen wat ik kwijt wou, en iemand heeft geluisterd, zonder kritiek of afkeuring. Ontvankelijk en met warme aandacht.
Dat betekent zo veel.
Dat maakt het verschil.
Dat maakt dit engagement zo waardevol voor mij.
-- R.
Men moet
Men moet altijd enigzins verdrietig zijn,
anders is men verloren,
maar men moet wel een beetje verloren zijn -
van het reddeloze soort -
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,
toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,
anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig altijd.
-- Toon Tellegen (1941)
Uit: Minuscule oorlogen
Uitgever: Querido, Amsterdam 2004
De Luister van het Zwijgen
Zwijgen en luisteren.
Wellicht is dat de naakte essentie, de zin, de kern van Tele-Onthaal.
Het lijkt paradoxaal.
Mensen bellen in nood en men zwijgt en luistert.
Bij manier van spreken. Het lijkt makkelijk maar schijn bedriegt.
In mijn prille aanhef bij Tele-Onthaal luisterde ik, zij het gespannen en ondertussen al flink in mezelf
antwoorden aan het formuleren. Alsof de beller een domkop was, ik de Allesweter of,
achteraf bekeken, de betweter.
Uitputtende empathie, bovendien onvruchtbaar. Ik ben namelijk een gemankeerde
missionaris.
Eerste les : Bescheidenheid.
Plaats maken op het Podium, voor een Hoofdrol moet je in Hollywood zijn, niet bij deze dienst.
De catharsis ligt bij de beller.
Luisteren en zwijgen. Ik heb het in zweet, bloed en tranen moeten leren. Heel overtuigd dat
ik beide al lang had verworven.
En ik maak mij geen illusies, nog steeds is het bij elke permanentie een opdracht, een
voortdurende alertheid. Het blijft mijn zwakke flank, ik erken het maar herken het niet altijd,
zeker niet in de hitte van een gesprek.
Het vanzelfsprekende van een dialoog, het losweken bij de oproeper wat hij of zij vanuit
eigen kracht kan ontwikkelen. Soms is dat bemoedigen, begrip, soms kan het iets in gang
zetten, soms is het louter(end) ontmoeten.
Tweede les : het is nooit af.
Daarom is Tele-Onthaal heilzaam, een continue wake-up call.
Een betekenisvol engagement omwille van de ontmoeting, de kracht van een gesprek met
de oproeper, zeer zeker – maar ook voor mezelf.
Wat je hier leert zijn tools die je in elk facet van je dagelijks leven kan valoriseren.
Het is niet enkel de ontmoeting met de andere.
Het is ook en vooral de ontmoeting met jezelf.
-- Een anonieme Tele-Onthaal vrijwilliger
KAMER 106
met zicht op een zee van tijd
106. Vooraleer ik als Tele-Onthaal vrijwilliger mijn eerste stappen te luisteren zette, was het getal 106 me al vertrouwd. Het is het nummer van mijn favoriete hotelkamer in Oostende. Klein, éénpersoons, met een grote lekker retro terrasdeur die uitgeeft op een al even retro klein balkon. Om te kunnen luisteren naar de zee, de meeuwen, de mensen.
Tijdloostende. Dat is mijn hotelkamer – aan – zee. Een paar honderd stappen, en ik wandel op het strand. De zee komt me tegemoet. Hoe ze zich voelt, komen de meeuwen me vertellen. Ik luister, droom, slenter me op zeeniveau in the mood.
Op zeeniveau. Zo voel ik me telkens wanneer ik bij Tele-Onthaal de gesprekskamer binnen stap. Ik wandel binnen, sluit even mijn ogen, open de grote terrasdeur en ga op mijn balkon zitten. En dan ben ik er klaar voor. Met zicht op een zee van tijd deinend op golven van gesprekken. Eb en vloed, de meeuwen komen het me wel vertellen. Tot in kamer 106.
-- BBZ
TIJDLOOSTENDE
zee valt stil
schuilt wit
van schuim
samen in kuiltjes
ergens boven
raken licht -
en wolkbrekers
het niet eens
over wat komt
verder en verder
neuriet vloedlijn
de dag dichter.